De energie­transitie is in volle gang

Afgelopen jaren is veel vooruitgang geboekt in de verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening.

De totale emissies van broeikasgassen is met meer dan 37% verminderd ten opzichte van 1990.1 En hoewel elektriciteit maar in 18% van ons energiegebruik voorziet, bestaat dit gedeelte inmiddels wel voor 50% uit hernieuwbare elektriciteit.2,3 Deze progressie is voor een belangrijk deel behaald door te investeren in nieuwe, inmiddels vaak commerciële, technologie uit zon en wind, waarmee de transitie onomkeerbaar gestart is. Ook huishoudens hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan dit succes door zonnepanelen te installeren (inmiddels op 3,3 miljoen daken), elektrische auto’s te kopen (ruim 1 miljoen met een stekker) en warmtepompen te installeren (2,6 miljoen).4,5,6 Veruit de meerderheid (82%) van ons energiegebruik bestaat nog steeds uit moleculen, waarvan het merendeel uit aardgas, olie en kolen. Maar ook aan de moleculenkant is significante progressie geboekt. We hebben grootschalige CO2-opslag en waterstofproductie in aanbouw, en we gebruiken steeds meer biobrandstoffen in onze vrachtwagens en vlieg­tuigen.7,8,9,10

De totale uitstoot van broeikasgassen is met meer dan 37% gereduceerd ten opzichte van 1990.

En hoewel elektriciteit maar 18% van ons energiegebruik bedraagt ...

... bestaat dit gedeelte inmiddels wel voor 50% uit hernieuwbare elektriciteit.

Figuur 1. Nederlandse energievoorziening grotendeels afhankelijk van moleculen, totale energievraag in 1990 en 2024. ²ꞌ¹¹

Een belangrijke kanttekening is dat driekwart van de recente emissiereductie in de industrie (2022-2024) het resultaat is van lagere industriële productie.12,13 Daarnaast wordt onze energie­voorziening steeds afhankelijker van het weer. Dat betekent dat er altijd voldoende flexibel vermogen achter de hand moet zijn om wegvallende wind of zonneschijn op te vangen. Bovendien importeert Nederland een steeds groter deel van haar energie. Hierdoor is het land gevoeliger geworden voor (geopolitieke) ontwikkelingen en de wereldmarkt.3 Om deze redenen is het belangrijk dat verduurzaming samengaat met een energievoorziening die weerbaar, betrouwbaar én betaalbaar is. Een systeem dat weerbaar is voor bijzondere omstandigheden, zoals oorlogen, fysieke en cybersabotage, betrouwbaar is door weer en wind en vooral ook betaalbaar blijft voor huishoudens en industrie.

Het is niet of-of maar en-en om de transitie haalbaar te maken en het systeem betaalbaar te houden.

In onze energievoorziening vervullen elektronen en moleculen beide een belangrijke, maar fundamenteel verschillende rol. Elektriciteit is direct en vaak efficiënt inzetbaar en steeds vaker hernieuwbaar, maar duur om te transporteren en uitermate kostbaar om in grote hoeveelheden op te slaan. Zo zijn er 1,6 miljard elektrische auto’s nodig, dat is zoveel als het huidige wereldwijde wagenpark, om evenveel energie op te slaan als in onze huidige aardgasopslag.14,15 Bovendien is elektriciteit niet geschikt als grondstof voor de industrie. Mede daardoor voorzien elektronen nu in minder dan 20% van onze energievraag.2 Moleculen zoals aardgas, olie, waterstof, groen gas en biobrandstoffen daarentegen bevatten veel energie, zijn gemakkelijk op te slaan en te vervoeren. Bovendien zijn deze moleculen een belangrijke grondstof, bijvoorbeeld om plastic componenten te maken voor hoogwaardige toepassingen of huishoudelijke producten. Daardoor zijn moleculen onmisbaar voor energie-intensieve industrieën en sommige transportmiddelen zoals vliegtuigen en grote vrachtschepen.

Elektronen en moleculen hebben elkaar ook nodig. Moleculen werken als buffer om schommelingen in het elektriciteits­systeem op te vangen, waardoor het licht altijd blijft branden, ook als het weer tegen zit. Elektronen en moleculen spelen zo samen om in onze energie­vraag te voorzien.

Ook in de toekomst zullen elektriciteit en moleculen hand in hand gaan in een energievoorziening die steeds duurzamer wordt en die weerbaar, betrouwbaar en betaalbaar is. Want hoewel elektriciteit een steeds grotere rol in onze energievoorziening zal spelen, (zie figuur 2), blijven moleculen naar alle waarschijnlijkheid in meer dan de helft van onze energievraag voorzien.16 Bovendien kunnen we, door elektronen en moleculen slim te laten samenspelen in een geïntegreerde energievoorziening, de voordelen van beide energiedragers benutten. We kunnen onze bestaande energie-infrastructuur beter inzetten en deze gerichter uitbouwen. Dat scheelt niet alleen veel kosten, maar ook bouwtijd. Dit maakt de transitie uiteindelijk betaalbaarder en uitvoerbaarder. Daarover meer in hoofdstuk 2 en 3. Zo werken we toe naar een energie­voorziening met een gebalanceerde mix van elektronen en moleculen.

Figuur 2. Moleculen dominant in 2035 ondanks grotendeels hernieuwbare elektriciteit, totale energievraag 2025-2035 (Netbeheer scenario's).2,16,17

Voetnoten

1 CBS, Hoe groot is onze broeikasgas-uitstoot?, 2025

2 CBS, Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen, 2025

3 CBS, Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik, 2025

4 CBS, warmtepompen; aantallen, thermisch vermogen en energiestromen, 2025

5 RVO, Dashboard electric vehicles, 2025

6 CBS, Zonnestroom; vermogen en vermogensklasse, bedrijven en woningen, regio, 2025

7 MissieH2.nl, Holland Hydrogen 1, een bescheiden begin van een grote waterstofambitie, 2024

8 Port of Rotterdam, Tweede elektrolyser op de Maasvlakte aangekondigd, 2025

9 Algemene Rekenkamer, Opslag van CO2 onder de Noordzee, 2024

10 CBS, Biotransportbrandstoffen; aanbod, verbruik en bijmenging, 2024

11 Percentage elektriciteitsproductie per energiebron uitgedrukt in energievraag

12 NEA, Recorddaling CO2-uitstoot door lagere industriële productie en schonere stroom, 2024

13 NEA, Emissiecijfers 2021-2024, 2025

14 Hedges & Company, how many cars are there in the world in 2025, 2025

15 Gasunie analyse, 2025

16 Netbeheer Nederland, Netbeheer Nederland Scenario’s Editie 2025, 2025

Het is logisch dat het nu lastig is

Volgende pagina