Het makkelijkste deel van de energietransitie hebben we gehad.
Veel van de makkelijke en betaalbare oplossingen zijn grotendeels gerealiseerd. We hebben de bestaande elektriciteitsvraag vergroend doordat we technologieën zoals wind op zee in Nederland succesvol hebben opgeschaald van nul in 1990 tot bijna 4,7 GW nu, waarbij het bestaande systeem met gas- en kolencentrales als back-up fungeerde.17
Inmiddels stapelen de uitdagingen zich op: Nederland zit op slot door een gebrek aan (stikstof-)vergunningen, oningevulde vacatures, ruimtegebrek en een vol stroomnet dat grote investeringen en veel tijd vergt om uitgebouwd te worden. We zien dat elektriciteit uit zon en wind steeds vaker moeten worden afgeschakeld, en dat aanleg van wind op zee sterk achterblijft bij eerdere ambities.18 Bovendien stuiten wind op land en zonneweides op weerstand van omwonenden en is de groei van zonnepanelen op woningdaken goeddeels tot stilstand gekomen omdat salderen wordt afgeschaft, het elektriciteitsnet vol zit en terugleverkosten steeds hoger worden.19 We lopen tegen de grenzen aan van wat uitvoerbaar en betaalbaar is en dat maakt de volgende fase moeilijker, maar niet onmogelijk. Want we moeten toch door met de energietransitie.
In de komende periode zullen we moeten werken aan de transitie van fossiele naar duurzame moleculen én een slimmer samenspel tussen elektronen en moleculen. Dat is nodig om tempo te houden en het systeem betaalbaar te houden voor huishoudens en industrie.
Het tempo moet omhoog…
Bouw van…

Transformator-huisjes
▼
tempo 2024
per jaar

tempo 2030
per jaar

Warmtenet-aansluitingen
▼
tempo 2024
per dag

tempo 2030
per dag

Wind op zee
▼
tempo 2024
per jaar (’20-’25)

tempo 2030
per jaar

Nieuwe woningen
▼
tempo 2024
per jaar

tempo 2030
per jaar
…en loopt tegen grenzen aan

Voetbalvelden extra ruimte nodig om de energietransitie te realiseren

Van de vacatures voor personeel in de energietransitie is onvervulbaar

Unieke aanvragen op de wachtlijst voor de afname van stroom

1 op de 3
Nieuw te bouwen huizen krijgt geen vergunning in verband met stikstofregels
Figuur 3. Uitvoerbaarheid energietransitie loopt tegen grenzen aan. Zie voor bronnen en aannames de appendix.
We staan in Nederland voor een aantal uitdagingen
1. De uitvoerbaarheid van de energietransitie loopt tegen grenzen aan.
De verzwaring van het elektriciteitsnet, de aanleg van warmtenetten, grootschalige isolatie van huizen; we zien de grenzen van wat fysiek uitvoerbaar is binnen redelijke tijd (zie figuur 3). De voornaamste oorzaken: arbeids- en materiaaltekorten, oplopende kosten door inflatie, grenzen aan de beschikbare ruimte, en voortslepende stikstofproblematiek. Nederland lijkt vast te lopen door een gebrek aan mensen, ruimte en middelen alsmede trage vergunningsprocessen en beperkende regelgeving.20 Daarom moeten we maximaal gebruik maken van de ruimte, zoals de Noordzee, en de infrastructuur die er al is, zoals de vrijvallende aardgaspijpleidingen en de bestaande capaciteit van het elektriciteitsnet.
2. Om de nieuwe energievoorziening betrouwbaar te houden is er voldoende flexibel vermogen nodig om schommelingen in het aanbod op te vangen.
Met de groei van groene elektriciteit zal het aanbod steeds meer weer- en seizoens-afhankelijk worden door wind- en zonne-energie.²¹ Het waait niet altijd wanneer we veel elektriciteit nodig hebben en vice versa. Omdat de vraag niet flexibel genoeg is, sluiten vraag en aanbod steeds minder goed op elkaar aan waardoor we tegen periodieke tekorten en overschotten aankijken.22 Tegelijkertijd neemt het regelbaar vermogen (flexibel vermogen in de vorm van elektriciteitscentrales) af vanwege uitfaseringen en het bereiken van het einde van de technische levensduur van gasgestookte centrales. Dit creëert zorgen of elektriciteit vanaf 2030 nog wel voldoende weerbaar en betrouwbaar is.23
Die zorgen zijn terecht: in het recente verleden hebben we gezien wat de maatschappelijke kosten zijn wanneer een systeem onvoldoende flexibiliteit heeft. De schade van de Spaanse black-out was €1,6 miljard; de schade van de Texaanse winter in 2021 is geschat op €125 miljard.24,25,26 Bovendien zijn de extreem hoge prijzen van energie in tijden van schaarste maatschappelijk lastig te verantwoorden en economisch schadelijk zoals we gezien hebben in de gascrisis.27
In het huidige elektriciteitssysteem wordt de vraag naar flexibiliteit voor een groot deel ingevuld door aardgasopslagen en aardgasgestookte elektriciteitscentrales (~73% van flexibel vermogen) versus ~1% door batterijen.16 In een CO2-vrij elektriciteitssysteem zullen andere oplossingen gevonden en toegepast moeten worden.28
Natuurlijk, meer batterijen, warmteopslag, betere internationale verbindingen om onbalans tussen landen te benutten, en flexibilisering van de vraag, kunnen een deel van de schommelingen opvangen. Het is echter nog maar de vraag hoe schaalbaar en/of betaalbaar deze oplossingen zullen zijn. Hoewel batterijen snel goedkoper worden en er veel hoop is op vraagflexibiliteit (‘demand side response’) zullen ze in 2035 naar alle waarschijnlijkheid slechts 20-30% van het flexibel vermogen leveren. Een minstens net zo groot percentage zal door duurzaam regelbaar vermogen in de vorm van elektriciteitscentrales moeten worden geleverd.2 Bovendien lossen deze oplossingen verschillende problemen op. Waar batterijen geschikt zijn voor korte periodes zullen elektriciteitscentrales paraat moeten staan om (weer)situaties met langere perioden met weinig zon en wind te overbruggen. Deze centrales kunnen dan gebruikmaken van groen gas, waterstof, en restafval of biomassa, eventueel in combinatie met CO2-opslag. Daarom is grootschalige opslagcapaciteit nodig in lege aardgasvelden of zoutcavernes om die brandstoffen te bewaren.
Op basis van het weer in de afgelopen dertig jaar blijkt dat we in 2035, bij een verdubbeling van de elektriciteitsvraag in een systeem dat grotendeels draait op zon en wind (vergeleken met 2025, zie hoofdstuk 1), eerst 14 GW aan bestaand regelbaar vermogen moeten behouden. Daarnaast is er behoefte aan capaciteit van flexibel inzetbare elektriciteitscentrales van meestal 2 GW, maar oplopend tot wel 10 GW om tekorten op te vangen.23,29 Deze extra centrales zullen gemiddeld eens in de vier jaar worden ingezet, wanneer de elektriciteitsproductie niet genoeg is voor de vraag. Sterker nog: in slechts één in zeven jaar zal dit regelbaar vermogen (deze elektriciteitscentrales) meer dan twintig uur per jaar draaien om elektriciteitstekorten te voorkomen.22,29 Deze lage, onzekere en onvoorspelbare draaiuren leiden ertoe dat private investeerders, ondanks de mogelijk extreem hoge prijzen tijdens deze productieve uren (die van zichzelf al lastig maatschappelijk te verantwoorden zijn), het moeilijk vinden om elektriciteitscentrales te financieren die bijna nooit draaien. Bovendien is, naast voor de centrales zelf, óók financiering vereist om de randvoorwaarden (zoals brandstofopslag) te creëren voor het operationeel houden van deze centrales. Als we voldoende regelbaar vermogen willen behouden (en creëren) om te voorkomen dat de vraag groter is dan het aanbod, moet er een oplossing voor dit financieringsvraagstuk komen.
Figuur 4. Benodigd regelbaar vermogen aan elektriciteitscentrales in 2035 lastig te financieren.22, 29

3. De energievoorziening moet betaalbaar blijven zodat de industrie competitief kan blijven en er maatschappelijk draagvlak blijft voor de energietransitie.
De betaalbaarheid van energie in Nederland staat onder druk. Door beleidskeuzes rond belastingen, subsidies en infrastructuur-tarieven zijn energiekosten in Nederland tot 300% hoger dan in de ons omringende landen.30,31 Dit tast de concurrentiepositie van de Nederlandse (energie-intensieve) industrie aan en leidde recent tot sluiting van meerdere fabrieken.32 Tegelijkertijd zijn deze sectoren, zoals raffinage, staal en chemie, essentieel voor onze strategische autonomie en zelfvoorzienendheid, naast de belangrijke bijdrage aan welvaart en werkgelegenheid.33,34,35 Tezamen leveren de energie-intensieve sectoren 144.000 banen op.36
Helaas is de energie-intensieve industrie ook lastig te verduurzamen. Vertrek van deze industrie uit Nederland, onder druk van verduurzaming, zal slechts leiden tot een verplaatsing naar landen waar verduurzaming niet onder onze controle is, en waar duurzaamheid misschien een minder hoge prioriteit heeft. Terwijl we de producten wel nodig zullen hebben. Het verdwijnen van de industrie levert dus waarschijnlijk geen klimaatwinst op terwijl ons verdienvermogen wel vermindert. Bovendien kan een verslechterd investeringsklimaat ook het vestigingsklimaat voor de ‘schone’ industrie negatief beïnvloeden.
Figuur 5. Elektriciteitsprijs voor industrie in Nederland 2-3 keer duurder.30

Deze uitdaging is urgent omdat juist de komende jaren enorme investeringen nodig zijn voor nieuwe fabrieken die groene producten, zoals groene waterstof en duurzame brandstoffen voor lucht- en scheepvaart produceren. Bovendien wordt de uitdaging nog groter met de investeringsagenda voor het elektriciteitsnetwerk van €200 miljard.37 Dit zijn investeringen die moeten worden terugverdiend via netwerktarieven wat gaat leiden tot een verdubbeling of verdrievoudiging van de huidige elektriciteitsnettarieven in 2040.38 Voor een gemiddeld huishouden betekent dat een stijging van de jaarlijkse nettarieven van het huidige niveau van bijna €400 naar ruim €1.100 per jaar in 2040.39 Het recente verleden heeft laten zien dat hoge energiekosten snel leiden tot energie-armoede wat ook het draagvlak voor de energietransitie kan ondermijnen.40
Tegenover de investeringsagenda voor het elektriciteitsnetwerk van €200 miljard staan de investeringsagenda’s voor de overige energie-infrastructuur. Voor gas tot en met 2040 ongeveer €10 miljard, voor warmte maximaal €20 miljard en voor waterstof ongeveer €6 miljard. Tezamen minder dan 20% van wat het elektriciteitssysteem nodig heeft, deels doordat bestaande infrastructuur kan worden hergebruikt.38 Ook deze (veel lagere) investeringen in ons toekomstige energie-infrastructuur moeten worden terugverdiend en worden dus doorberekend in tarieven. Deels worden deze uitgaven echter gedekt door doorrekenbare transporttarieven waardoor buitenlandse afnemers betalen voor het gebruik van onze pijpleidingen, iets wat voor elektriciteit (bij diepe aanlanding van wind op zee of internationale verbindingen) nu niet automatisch gebeurt.
Een betaalbare energievoorziening vraagt om investeringen in elektronen én moleculen. Als we alleen inzetten op het versterken van het elektriciteitsnet, lopen we twee risico’s: hogere netkosten voor huishoudens en bedrijven, en de kans dat we later spijt krijgen als blijkt dat flexibele oplossingen met moleculen de piekbelasting goedkoper hadden kunnen opvangen. Slimme investeringen in een mix van elektronen en moleculen daarentegen kunnen de jaarlijkse kosten voor onze energievoorziening met een derde verlagen.41 Dat betekent dat een betaalbare energievoorziening slimme oplossingen vergt. Denk daarbij aan hergebruik van bestaande infrastructuur zoals aardgasbuizen, gerichte uitbreiding van netten, en inzet van groen gas, waterstof en CO2-opslag zodat er draagvlak blijft voor de transitie bij zowel huishoudens als industrie.
Tezamen leveren de energie-intensieve sectoren 144.000 banen op.
Voetnoten
17 Rijksoverheid, Dashboard klimaatbeleid, Wind op zee, 2025
18 Rijksoverheid, aanbiedingsbrief bij het Windenergie Infrastructuurplan Noordzee, 2025
19 DNE Research, Solar trendrapport, 2025
20 Remkes, Niet alles kan overal, 2020
21 PBL, Klimaat- en Energieverkenning 2024, 2024
22 CE Delft, Elektriciteitsmix en marktdynamiek in 2035 CO2-vrij elektriciteitssysteem, 2024
23 TenneT, Monitor Leveringszekerheid 2025, 2025
24 BBC, How Spain powered back to life from unprecedented national blackout, 2025
25 Busby et al., Cascading risks: understanding the 2021 winter blackout in Texas, 2021
26 Liu et al., Electricity generation and performance: on the 2021 Texas power crisis, 2024
27 DNB, Hoe we economisch geraakt worden door de oorlog in Oekraïne, 2022
28 Als gesproken wordt over CO2-reductie, betreft het de reductie van CO2-equivalenten om de klimaatimpact van verschillende broeikasgassen te kwantificeren
29 TNO, Naar een CO2-vrije elektriciteitsvoorziening in 2040 – een verkenning, 2023
30 Kamerbrief, Onderzoek elektriciteits- en netwerkkosten, 2024
31 Aurora, Grid free outlook for the Netherlands 2045, 2024
32 VNO-NCW, Samen met werkgevers en werknemers in de industrie luiden we de noodklok, 2025
33 WEC, Valuing industries: the trade-offs of industry strategies in a changing energy landscape, 2025
34 PWC, The Future of Energy-Intensive Industry in Northwestern Europe: A Balancing Act, 2024
35 SIL, Groene keuzes voor de Nederlandse basisindustrie: Klimaatneutrale productie in een circulaire economie, 2023
36 NPVI, Afgenomen concurrentiekracht slecht nieuws voor de verduurzaming van industrie, 2025
37 TenneT, Integrated Annual Report, 2024
38 PwC, Netbeheer Nederland, Financiële Impact Energietransitie voor Netbeheerders (“FIEN+”), 2024
39 IBO, Bekostiging Elektriciteitsinfrastructuur, 2025
40 Clingendael, Draagvlak energietransitie in gevaar door energiearmoede, 2022
41 Netbeheer Nederland, Slimme keuzes voor een betaalbaar en robuust energiesysteem, 2025